Eiwitten zijn essentieel als bouwstenen voor een gezond lichaam. Het lichaam gebruikt
eiwitten onder andere voor de opbouw van spierweefsel, en zijn onmisbaar voor een goed
spierherstel na een fysieke training. Nu wordt er onder het mom van duurzaamheid een
nadruk gelegd op het consumeren van plantaardige eiwitten, maar in hoeverre zijn deze
beter of slechter dan eiwitten afkomstig uit dierlijke bronnen? Het antwoord op deze vraag
is genuanceerd, en dat leggen we in deze blog graag verder uit.
Beter waarvoor?
De stelling dat de ene eiwitbron beter is dan de andere behoeft nadere toelichting. Met het
oog waarop is het ene beter dan het andere? Hierop zijn meerdere visies mogelijk, maar
omdat wij ons bezighouden met fitness en gezondheid, zullen wij alleen kijken naar het
effect op het menselijk lichaam in het algemeen, en spierherstel in het bijzonder. We
kunnen de vraag van welke soort eiwitten beter zijn dus verder specificeren: welke soort
eiwitten zijn beter voor de opbouw en het herstel van spierweefsel in het menselijk lichaam?
Om hier een antwoord op te kunnen geven, moeten we verder inzoomen op de
eigenschappen van eiwitten.
Aminozuren
Het lichaam maakt zelf ook eiwitten aan uit 22 verschillende soorten aminozuren. Hieruit
kan het lichaam de vele verschillende soorten eiwitten bouwen. Echter is het zo dat alle
eiwitten worden opgebouwd uit bepaalde specifieke aminozuren, waardoor je dus de juiste
hoeveelheden van de juiste aminozuren in het lichaam moet hebben. Dit heeft betrekking
op het aminozuurprofiel van een voedingsbron. Dit is een punt waarop dierlijke eiwitcellen
verschillen van plantaardige. Het aminozuurprofiel van dierlijke eiwitten lijkt namelijk veel
meer op dat van het menselijke aminozuurprofiel ten opzichte van plantaardige eiwitten. De
biologische beschikbaarheid van dierlijke eiwitten is dus hoger. Dit betekent dat het
menselijk lichaam dierlijke eiwitten makkelijker en efficiënter kan verwerken.
Essentiële aminozuren
Een gedeelte van de 22 verschillende aminozuren kan door het menselijk lichaam zelf
worden aangemaakt. 9 van de 22 aminozuren kan het lichaam echter niet zelf aanmaken,
waardoor het essentieel is om deze via onze voeding binnen te krijgen. Daarom worden deze
9 aminozuren ook wel de essentiële aminozuren genoemd. Omdat de
aminozuursamenstelling verschilt tussen dierlijke en plantaardige eiwitten, is er ook een
verschil in kwaliteit. Over het algemeen bevatten eiwitten van dierlijke bronnen alle 9
essentiële aminozuren, en eiwitten van plantaardige bronnen meestal niet. Een plantaardige
uitzondering hierop is hennepzaad, die wel alle 9 essentiële aminozuren bevat. Omdat
dierlijke producten zoals vlees, vis, ei en zuivel doorgaans alle essentiële aminozuren bevat,
worden deze ook wel complete eiwitbronnen genoemd. Plantaardige eiwitbronnen zijn
daarentegen niet compleet, waardoor het bij een vegetarisch of veganistisch dieet dus
noodzakelijk is, om meerdere plantaardige producten te combineren om tot een compleet
aminozuurprofiel te komen.
Conclusie: dierlijk of plantaardig?
Vooropgesteld is het mogelijk om vanuit zowel dierlijke als plantaardige eiwitbronnen een
gezond lichaam te handhaven. Toch is het met een (gedeeltelijk) dierlijk dieet makkelijker te
voldoen aan de lichamelijke behoefte om alle essentiële aminozuren binnen te krijgen. Met
het oog hierop is het dus efficiënter om dierlijke producten in je dieet te verwerken, dan
uitsluitend gebruik te maken van plantaardige eiwitbronnen. Het is namelijk nodig om de
complete dierlijke eiwitten te vervangen door een combinatie van incomplete plantaardige
eiwitten. Uiteraard hebben plantaardige eiwitten ook weer unieke voordelen, waardoor het
moeilijk is om te stellen dat het een beter is dan het ander. Wel kan er gesteld worden dat
voor het menselijk lichaam dierlijke eiwitbronnen efficiënter zijn om te gebruiken en in te
zetten als bouwstenen.
– Beter voor wat?
– Aminozuursamenstelling
– Essentiële aminzouren