Het is een veelbesproken onderwerp, de vraag of het slim is om een vechtsport zoals
kickboksen te combineren met fitness. De behendigheid en explosiviteit die je bij vechtsport
nodig hebt, kan namelijk ten koste gaan van spiermassa die je kweekt bij krachttraining. Aan
de andere kant zorgen fitness en krachtsport voor een betere conditie, die natuurlijk wel
goed van pas komt als je in de ring staat. Toch zijn er ook nog andere redenen waarom een
vechtsport niet alleen goed te combineren is met fitness, maar het zelfs wenselijk is.
Spiercoördinatie
Als je bezig bent met een vechtsport, maak je eigenlijk uitsluitend gebruik van kortstondige
explosieve bewegingen. Hiervoor gebruikt het lichaam altijd een combinatie van spieren. Als
je bijvoorbeeld een stoot als een uppercut of een directe rechtse uitvoert, wordt de totale
kracht gegenereerd uit een keten van spieren. In dit geval spieren in je enkel-, knie- en
heupgewrichten, waarvandaan de kracht wordt overgenomen en vergroot door de romp,
schouder en arm. Je uiteindelijke stootkracht is dus afhankelijk van hoe goed jouw lichaam
deze bewegingen met de juiste techniek kan uitvoeren. Bij trappen geven is hetzelfde
principe van toepassing, maar gebruik je weer een andere keten van spieren en gewrichten.
Als je goed nagaat welke spieren je precies gebruikt bij welke bewegingen, en welke spieren
daarvoor samenwerken, kunnen samengestelde krachtoefeningen die daarop zijn afgesteld
enorm baten. Deze samengestelde oefeningen zijn namelijk erop gericht de coördinatie van
je spieren te verbeteren, waardoor je bepaalde bewegingen, stoten en trappen ook beter
kan uitvoeren.
Explosief versus geconcentreerd trainen
Spieren zijn opgebouwd uit verschillende typen spiervezels. Er wordt onderscheid gemaakt
tussen langzame spiervezels die langzaam werken met een groot uithoudingsvermogen, en
snelle spiervezels met een minder uithoudingsvermogen. Omdat je met vechtsporten als
kickboksen, jiujitsu, muay thai en judo aanspraak maakt op de snelle spiervezels, wil je deze
ook zo veel mogelijk trainen in de sportschool. Hier komt het onderscheid tussen explosieve
en geconcentreerde oefeningen bij kijken. Geconcentreerde oefeningen zijn namelijk
oefeningen waarbij je bepaalde spieren of spiergroepen isoleert, zodat je gefocust bent op
het trainen van meer spiermassa in een specifiek gebied. Dit is bijvoorbeeld waar
bodybuilders meer mee bezig zijn, omdat explosieve bewegingen voor hen minder belangrijk
zijn dan de zichtbare spiermassa. Wanneer je traint om je prestaties bij het doen van een
vechtsport te verhogen, dan wil je je vooral bezighouden met explosieve oefeningen waarbij
je meerdere spieren tegelijk traint.
Unilateraal versus bilateraal
Deze dure woorden betekenen niks meer dan het met één ofwel twee ledematen tegelijk
uitvoeren van een krachtoefening. De meeste oefeningen in de gym worden bilateraal
uitgevoerd, waarbij je dus twee ledematen symmetrisch gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan de
leg press, bench press, deadlift, squat en de standaard push-up. Echter maak je bij
vechtsport eigenlijk nooit tegelijkertijd gebruik van twee dezelfde ledematen voor dezelfde
beweging. Je stoot meestal maar met één arm tegelijk, en evengoed trap je met één voet.
De som van twee dezelfde unilaterale beweging is dan ook groter dan die van dezelfde
beweging als die bilateraal wordt uitgevoerd. Dit heeft ermee te maken dat je bij een
unilaterale beweging je hele lichaam kan gebruiken en draaien om meer kracht mee te
genereren. Bij het uitvoeren van een bilaterale oefening, zorg je voor meer isolatie, omdat
de andere spieren geen hulp kunnen bieden. Dit is misschien wenselijk voor bodybuilders,
maar als je graag jouw prestaties als vechtsporter wilt verbeteren, kan je beter gaan voor
unilaterale oefeningen met meer explosiviteit.
